Textielvervuiling? Het is maar net hoe je het bekijkt

Het afgelopen half jaar volgden we bij zes verschillende gemeenten de inzameling van textiel: van het aanbieden door de burger tot aan het sorteercentrum. Het leverde belangrijke inzichten op. Zo bestaan er verschillende interpretaties van ‘textielvervuiling’. Daarnaast bleek in elk van de ketens verbetering mogelijk. Hiervoor stelden we een stappenplan op.

70 tot 90% van de ‘vervuiling’ bestaat uit textiel
Voor het onderzoek in de zes gemeenten constateerden we dat de textielinzamelaars / -sorteerders vier typen ‘vervuiling’ identificeren. Allereerst de textiel-vreemde vervuiling; denk hierbij aan alle andere afvalstromen zoals restafval of PMD die niet in de textielcontainer thuishoren. Ten tweede de textiel-gebonden vervuiling; dit is nat of vervuild textiel. Het inzamelproces speelt hier vaak een rol bij. Het derde type gaat over textiel waarin andere materialen verwerkt zijn, bijvoorbeeld dekbedden of kussens. Als laatste rekenen ze grote en losse stukken textiel ook tot vervuiling omdat die het sorteerproces kunnen verstoren; denk aan losse gordijnen die tussen de sorteerband komen. In de onderzoeken bestond 70 tot 90% van de ‘textielvervuiling’ gewoon uit textiel.

Gemeenten hebben vaak een ander idee van textielvervuiling dan sorteerders.

Er blijkt een groot verschil in perceptie te bestaan over wat wel en niet vervuiling van textiel is. Gemeenten denken vooral dat het om restafval gaat, terwijl de textielinzamelaars en/of -sorteerders dus ook alle ‘ongewenste’ textiel als vervuiling aanmerken. Richting gemeenten kan dus nog wel een eerlijker beeld geschetst worden van de ernst van de vervuiling, maar ook richting de burger. Er is immers geen zicht op wat er gebeurt zodra de kleding geëxporteerd wordt, of wat er met de gordijnen gedaan wordt die de welwillende burger in de textielcontainer stopt.

Een landelijke wel/niet-lijst voor textiel
In iedere gemeente wordt anders gecommuniceerd over textiel, afhankelijk van de sorteerder. Is het een textielcontainer of een kledingcontainer? Mag alle textiel erin (dus ook gordijnen en poetsdoeken) of mogen er alleen kleding en schoenen in die nog enigszins draagbaar zijn? Dat maakt het lastig voor burgers om te begrijpen wat er met het textiel gebeurt. De sorteerders en gemeenten moeten duidelijk maken dat wat er in de textielcontainer verdwijnt eigenlijk als een soort afvalstof behandeld wordt. Met kleding en schoenen is de kans op hergebruik groter wanneer burgers deze naar de kledingbank of kringloopwinkel brengen. En hergebruik krijgt nog altijd de voorkeur boven recycling. Daarnaast is het maar de vraag wat er precies gebeurt met de geëxporteerde balen kleding naar landen als Roemenië en Polen, daar is geen zicht op.

Een landelijke wel/niet-lijst voor textiel kan helderheid creëren voor de burger. Het zou mooi zijn als alle textiel gescheiden ingeleverd kan worden én daadwerkelijk hergebruikt of gerecycled wordt. Dat is overigens mede afhankelijk van het inzamelproces van het textiel. In dat deel van de keten valt ook het een en ander te verbeteren, zo ondervonden wij tijdens onze onderzoeken. Meer daarover lees je in ons volgende artikel.



Afval is de moeite waard.